De ‘Onkelinxe’ rekenkunde van Maggie (RIZIV-nummers)

In de plenaire vergadering van de Kamer haalt minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) vorige donderdag scherp uit naar Laurette Onkelinx (PS), de vorige minister van Volksgezondheid. “Ik heb het overaantal Franstalige studenten geneeskunde gereduceerd tot 1.531”, stelt De Block. Smalend voegt ze er in het Frans aan toe: “Quand vous étiez en charge du dossier, madame Onkelinx, le nombre atteignait encore 3.000.” Wie de cijfers beter bekijkt, merkt al snel dat Maggie rekent zoals Laurette. Of hoe Onkelinx dan toch haar slag thuishaalt.

Waar gaat het over? Sedert 1997 is er in Vlaanderen een toelatingsproef voor artsen en tandartsen. Zo wordt het aantal afgestudeerden beperkt tot een cijfer dat overeenstemt met het aantal door de federale overheid vastgelegde RIZIV-nummers. In de Franse Gemeenschap is er geen toelatingsproef, deze komt er pas in september 2017. Na twintig jaar…

Hoe hebben de Franstaligen dit opgelost? Heel eenvoudig: door toekomstige RIZIV-nummers op te souperen. Men doet dus gewoon een voorafname op de toekomst. Door dit jaar na jaar te doen, ontstaat er een steeds groter overaantal aan Franstalige artsen.

Hoe telt men dit overaantal? In de Belgische staatshuishoudkunde is één plus één niet altijd twee… En ook deze keer blijkt de magie van de cijfers.

In het jaarverslag van de ‘Planningscommissie medisch aanbod’ vindt men die cijfers. In 2018 is er een overschot aan Franstalige artsen van 2.006, in 2019 van 2.352 en in 2020 van 2.758. Vanaf het jaar 2024 moet de Franse Gemeenschap dit overschot afbetalen. Rekening houdend met de projecties van de Planningscommissie zal het aantal overtallige Franstalige artsen dan zijn opgelopen tot boven de 3.000. Dit betekent dat vanaf 2024 de Franse Gemeenschap 3.000 RIZIV-nummers moet inleveren. Dit getal ligt zo hoog, dat het risico bestaat dat sommige faculteiten geneeskunde hun aula’s moeten sluiten.

Net daarom heeft de vroegere minister van Volksgezondheid Onkelinx steeds een andere berekeningswijze verdedigd. Ze telt de zogenaamd ‘niet-actieve RIZIV-nummers’ niet mee. Dit zijn nummers die wel zijn toegekend, maar die niet worden gebruikt. Concreet gaat het bijvoorbeeld over buitenlandse studenten of afgestudeerden die werken in een sector waar ze geen RIZIV-nummer nodig hebben. Er zit natuurlijk een slinks communautair addertje in het gras. Van de afgestudeerden geneeskunde van de Vlaamse universiteiten hebben er 93,23% de Belgische nationaliteit. Van de afgestudeerden van de Franstalige universiteiten hebben maar 86,74% de Belgische nationaliteit.

Deze ‘Onkelinxe’ rekenkunde is door de Vlaamse partijen van de regering-Di Rupo altijd verworpen. Tot de regering-Michel een ‘historisch’ akkoord sluit. En plots bedraagt het overschot aan Franstalige artsen niet langer circa 3.000, maar slechts 1.531. Want Maggie, die telt nu als Laurette… Poef, en het overaantal wordt gehalveerd. In Le Soir spreekt de MR zelfs van een grote Franstalige overwinning.

Of hoe Onkelinx dan toch haar slag thuishaalt. Wat niet kon bij Di Rupo, kan nu wel bij Michel.