Schriftelijke vragen: rapport van de ministers

Paleis der Natie. Foto (c) JGR&BXL, CC BY SA 4.0

Kamerleden kunnen ministers ondervragen. Dat kan mondeling gebeuren, in plenaire vergadering of in commissie. Er bestaan ook schriftelijke vragen. Het reglement van de Kamer verduidelijkt dat de minister binnen de twintig werkdagen de schriftelijke vraag beantwoordt. Maar doen ze dat ook? Welke ministers kijken aan tegen een vertraging?

Sommige ministers hebben momenteel geen vertraging (situatie 5 mei 2017). Dit is bijvoorbeeld het geval voor eerste minister Charles Michel (MR), minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR), minister van Middenstand Willy Borsus (MR), minister van Energie Marie-Christine Marghem (MR), minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) en staatssecretaris Pieter De Crem voor Buitenlandse Handel (CD&V). Zij behalen grote onderscheiding.

Minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open Vld) scoort een mooie onderscheiding. Hij heeft slechts een achterstand van 0,1%.

Enkele andere excellenties scoren goed en worden makkelijk gedelibereerd. Minister van Begroting Sophie Wilmès (MR) heeft slechts 0,7% achterstand, staatssecretaris voor de Bestrijding van de Fiscale Fraude Philip De Backer (Open VLD) 0,8% en staatssecretaris voor Armoedebestrijding Zuhal Demir (N-VA) 2,4%.

Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) heeft een kleine tweede zit. Hij heeft een achterstand van 5,6%.

Enkele excellenties krijgen een stevige tweede zit. Minister van Werk Kris Peeters (CD&V) heeft een achterstand van 11,9%, minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) van 11,7%, minister van Justitie Koen Geens (CD&V) van 13,0% en minister van Sociale Zaken Maggie De Block (Open Vld) van 11,3%. Slechts 60% van hun antwoorden bereiken de parlementsleden binnen de 2 maanden.

Maar er zijn ook excellenties met een hele zware tweede zit. Zij slagen er slechts in om 37% van de vragen binnen de 2 maanden te beantwoorden. Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) kijkt aan tegen een achterstand van 18,9% en staatssecretaris van Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) zit op 21,2%. Allerlaatste van de klas is … minister van Mobiliteit François Bellot (MR). Zijn vertraging bedraagt maar even 27,6%. 

Of het antwoord altijd pertinent is, dat is een andere vraag. Ministers durven wel eens naast de kwestie te antwoorden. Onze ervaring? Het zijn vragen over de monarchie en over communautaire kwesties die wel eens durven aanslepen…