Staatssecretaris Demir (N-VA) klaagt de stijging aan van het aantal Roemenen en Bulgaren die een inkomensvervangende tegemoetkoming krijgen. De maatregel wordt bijgevolg verstrengd. Op zich een goede zaak, maar is dit nu een paardenmiddel, of gaat het eerder over homeopathie die handig wordt verpakt als een streng beleid?
Eind augustus communiceert staatssecretaris Zuhal Demir (N-VA) scherp: “We moeten onze sociale zekerheid beschermen”. Dit is evident een doelstelling die we steunen. Concreet gaat het over de Inkomensvervangende Tegemoetkoming (IVT) voor personen met een handicap. Wie zo’n uitkering wil ontvangen, zal voortaan 10 jaar in België moeten wonen, waarvan 5 jaar onafgebroken.
De staatssecretaris klaagt vooral de stijging aan van het aantal Roemenen (+21%) en Bulgaren (+30%) die een IVT krijgen. Het lijkt wel dat Bulgaren en Roemenen onze sociale zekerheid aan het ondermijnen zijn.
In een opiniestuk gepubliceerd in De Standaard van 8 september 2017 schrijft Wim Vermeersch, hoofdredacteur van Samenleving en politiek, echter: “ … tot vandaag hebben we van de staatssecretaris nog geen antwoord gekregen op de vraag hoeveel Bulgaren en Roemenen dan wel een IVT ontvangen, hoeveel er zouden worden uitgesloten door de strengere verblijfsvoorwaarden en welk percentage van onze sociale zekerheid dit misbruik dan bedraagt. Dit laatste ligt waarschijnlijk in de grootteorde van de clenbuterolwaarde van Alberto Contador”.

Paardenmiddel, of homeopathie?
Uit het antwoord op onze parlementaire vraag blijkt dat in augustus 2017 313 Bulgaren en 282 Roemenen een IVT ontvangen. Het aantal personen dat een IVT ontvangt in 2016 bedraagt 107 966. Het aantal Bulgaren bedraagt dus 0,29% en het aantal Roemenen 0,26%. En nu geeft de staatsecretaris ook toe dat ze geen zicht heeft op het aantal personen op wie de nog in te voeren verblijfsvoorwaarde een impact zal hebben.
Elk misbruik is er één teveel, antwoordt de staatssecretaris. Daar zijn we het volmondig mee eens. Alleen, aankondigen dat dit de sociale zekerheid zal redden, dat is misschien net een beetje te hoog gemikt. Maar soms is communicatie belangrijker dan beleid …
Bovendien zijn er andere scheeftrekkingen die veel flagranter zijn.
Naast de IVT bestaat er tevens een integratietegemoetkoning (IT). Nemen we even beide tegemoetkomingen samen. Er zijn 85 444 Nederlandstaligen en 94 008 Franstaligen die een of beide tegemoetkomingen ontvangen. De verdeling is dus 47,6% Nederlandstaligen en 52,4% Franstaligen. Hoe kan dit?
Bekijkt men dit per gewest, dan bemerkt men dat het probleem in Wallonië zit. Het Waalse Gewest heeft 41% van de IVT-IT’ers, met slechts 31,94% van de bevolking. Het Vlaamse Gewest, met 57,60% van de bevolking heeft 49% van de IVT-IT’ers. In het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest zijn er 9,7% van de IVT-IT’ers, wat overeenstemt met het bevolkingsaantal van 10,47%.
Zijn er scheeftrekkingen? Is er werk aan de winkel? Zeker! En zoals wel vaker is dit een communautair dossier. Durf dit nu eens aan te pakken, beste staatssecretaris.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.