Kamer keurt beperking toegang tot Mensenrechtenhof goed

De Kamer heeft het Protocol nr. 15 tot wijziging van het EVRM goedgekeurd. V&W is hier geen voorstander van. Normaal moeten ook de gewesten en gemeenschappen het protocol goedkeuren, wat niet is gebeurd. Een herfederalisering dus. En bovendien breekt het protocol de rechtsbescherming af. Maar geen haan in de Kamer die ernaar kraait.

Er zijn enkele wijzigingen waar juristen zeker rekening moeten mee houden. Zo kan een partij zich niet langer verzetten dat een kamer van het EHRM (Europees Hof voor de Rechten van de Mens) de zaak verwijst naar de Grote Kamer. Veel belangrijker: de termijn om een verzoekschrift in te dienen wordt verkort van 6 maanden naar 4 maanden. Ongelukkige maatregelen, maar daar hadden we nog met kunnen leven. Er zijn echter twee andere punten die voor de V&W-fractie bijzonder problematisch zijn.

Herfederalisering

De Raad van State merkt terecht op in zijn advies dat dit een gemengd verdrag is dat ook moet worden goedgekeurd door de gemeenschappen en de gewesten. Elke wetgever of decreetgever is immers verplicht om, binnen de eigen bevoegdheden, de Mensenrechten te concretiseren. Maar in deze tijden van communautaire standstill bewaken de deelstaten niet eens meer hun eigen bevoegdheden.

Ondanks dit niet mis te verstane advies van de Raad van State beslist de Werkgroep Gemengde Verdragen (WGV) dat dit een exclusieve federale bevoegdheid is. Deze werkgroep, voorgezeten door minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR), bestaat uit vertegenwoordigers van de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten. In deze tijden van communautaire stilstand verdedigen de deelstaten zelfs hun eigen bevoegdheden niet langer… Dit is dan ook een door de federale overheid geüsurpeerde bevoegdheid of een herfederalisering.

Afbraak rechtsbescherming

Een tweede punt is dat de rechtsbescherming er weer op achteruit gaat. Nu wordt het een beetje technisch. Sedert Protocol nr. 14 (2010) is een verzoekschrift onontvankelijk wanneer:

“… de verzoeker geen wezenlijk nadeel heeft geleden, tenzij de eerbiediging van de in het Verdrag en de Protocollen daarbij omschreven rechten van de mens noopt tot onderzoek van het verzoekschrift naar de gegrondheid ervan en mits op deze grond geen zaken worden afgewezen die niet naar behoren zijn behandeld door een nationaal gerecht.”

Dit is de zogenaamde ‘de minimis non curat praetor-bepaling’. Deze wordt in Protocol nr. 17 nog aangescherpt. De voorwaarde dat een zaak naar behoren werd behandeld door een nationaal gerecht, wordt nu ook geschrapt. Op zich is het nochtans essentieel dat de rechtbanken van de lidstaten gerechtszaken naar behoren behandelen. Het gaat immers over niets minder dan fundamentele rechten.

Bovendien heeft het al dan niet lijden van schade niets te maken met Mensenrechten. Een mensenrecht kan geschonden zijn zonder dat er schade is. Het Mensenrechtenhof stelt dan gewoon vast dat het vaststelling van de schending op zich een voldoende schadevergoeding is. Eén zaak is de schending van een mensenrecht, een heel andere zaak is of er al dan niet schade is die moet worden vergoed.

De toegang tot het Mensenrechtenhof wordt weer wat moeilijker.

Dat de lidstaten dit willen valt te begrijpen. Sedert 1959 tot heden heeft het Hof in maar liefst 84% van de meer dan 19.500 arresten een schending vastgesteld van het EVRM. Een wel heel hoog cijfer waar de lidstaten vanaf willen. Spijtig voor de rechtsbescherming en voor de fundamentele rechten en vrijheden van iedere burger…