De reacties op het V&W-model voor Brussel zijn positief, ook over de taalgrens heen. Het V&W-model laat de Franstaligen immers toe om zich te organiseren op de manier die ze zelf kiezen. Maar de Vlaamse regering-Bourgeois staakt als het over Brussel gaat. Minister Gatz (Open Vld) is bevoegd om de Brusselse vergaderingen van de GGC bij te wonen, maar hij komt zelfs niet opdagen. Het enige dat naar Brussel gestuurd wordt, is een goed gevulde envelop …
Dit artikel verscheen op Doorbraak.be
Een week geleden hebben we ons #Brusselboek voorgesteld. Naast een interne vereenvoudiging van de Brusselse instellingen stellen we voor om de banden tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Brusselse Vlamingen opnieuw aan te halen. We doen dit zowel op het niveau van het parlement als op het niveau van de regering. We stellen voor dat de eerste zes Vlaamse verkozenen voor het Brusselse parlement ook zetelen in het Vlaams Parlement. Zo komt er doorstroming van informatie tussen beide parlementen. Dit veronderstelt wel een wijziging van de bijzondere wet.
Een ander voorstel kunnen we onmiddellijk realiseren, zonder ook maar een letter te veranderen aan de wetgeving. Minstens één van de Vlaamse ministers te Brussel wordt ook lid van de Vlaamse regering. Dit maakt dat er een institutionele band komt tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Brusselse Vlamingen. Zo wordt Brussel ook daadwerkelijk een problematiek die de Vlaamse regering aanbelangt. In Le grand oral, een politiek praatprogramma georganiseerd door Rtbf en Le Soir, stelt Vlaams minister Sven Gatz (Open VLD) alvast dat het een aantal zaken zou vereenvoudigen mocht hij niet alleen lid zijn van de Vlaamse regering, maar ook van de Brusselse. Dit is ongetwijfeld het geval.
Bondgenoten zoeken … en vinden
In het #Grendelboek schrijven we dat wie stappen wil zetten in de Vlaamse ontvoogding bondgenoten moet zoeken. Vlaamse ontvoogding is een gezamenlijk project. Het wij/zij-polariseren binnen Vlaanderen helpt ons geen stap verder. Dit mag dan wel electoraal lonend zijn, het leidt alleen maar tot communautaire stilstand, niet tot staatsvorming.
Dat men bondgenoten kan vinden staat buiten kijf. Gewezen CD&V-minister Brigitte Grouwels stelt bij de voorstelling van ons #Brusselboek meteen dat het ‘een belangrijk, coherent en heel educatief boek’ is. Ze ziet vele positieve punten in het V&W-model en is bereid om hierover verder na te denken. Ook wij staan open voor elk voorstel dat het model nog verbetert. Grouwels vindt het ook bijzonder positief dat we Brussel op de kaart zetten in Vlaanderen en het debat aanwakkeren.
Open VLD reageert ook positief. Volgens Guy Vanhengel in De Tijd brengt het V&W-model ‘verbeteringen aan, versterkt de band tussen Vlaanderen en Brussel, vereenvoudigt het institutionele verhaal, en maakt het een stuk slagkrachtiger. Deze pragmatische aanpak staat in contrast met het volledig onwerkbare model van de N-VA’, besluit hij. Eenzelfde geluid valt te horen bij Vlaams Brussel-minister Sven Gatz in Le grand oral.
Ook het Vlaams Belang reageert positief. ‘Tijdens de boekvoorstelling van het Brusselboek – een aanrader trouwens! – van Hendrik Vuye en Veerle Wouters nam ik met tevredenheid kennis van de standpunten die beide ex-N-VA Kamerleden poneerden’, schrijft Dominiek Lootens op Doorbraak.be.
Op de boekvoorstelling is Hilde Roosens, voorzitter van het Vlaams Komitee Brussel en ondervoorzitter van de Vlaamse Volksbeweging, vol lof over het V&W-model.
Een gemeenschapsmodel of een gewestmodel
Dat CD&V, Open VLD en Vlaams Belang het V&W-model genegen zijn, is op zich niet verwonderlijk. De drie partijen vertrekken van een gemeenschapsmodel, dit is een model waarbij de Vlaamse Gemeenschap in Brussel stevig aanwezig blijft.
Groen, en in zekere mate ook sp.a, kiezen voor een gewestmodel. Voor Groen betekent dit zelfs dat het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest ook alle gemeenschapsbevoegdheden uitoefent. Concreet wil dit zeggen dat er bijvoorbeeld geen onderwijs meer wordt georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap in Brussel, maar alleen nog Brussels onderwijs. Het is onbegrijpelijk dat Groen het Vlaamse onderwijs in Brussel wil afbouwen, want dit is net een succes. Groen loopt hier zusterpartij Ecolo blindelings achterna en gooit het kind weg met het badwater. Een gewestmodel verdedigen, dat is Brussel overlaten aan de Franstaligen.
Bovendien kan dergelijk model op basis van de gewesten nooit werken. Dit betekent dat men de Vlaamse Gemeenschap uit Brussel wegjaagt. Maar waarom zou Vlaanderen blijven betalen voor Brussel, indien het in Brussel niets meer te zeggen heeft? Zo dom zijn we toch niet? Indien de Brusselaars zelf naast de gewestbevoegdheden ook alle gemeenschapsbevoegdheden uitoefenen, dan laten de Brusselaars zelf Vlaanderen los. Dan moet Vlaanderen maar zijn eigen toekomst uitbouwen, zonder Brussel. Het gewestmodel leidt onvermijdelijk naar het model-Crols.
Franstalige reacties
Langs Franstalige kant wordt elk Vlaams voorstel over Brussel deskundig afgeschoten. Deze keer is dit niet het geval. Het V&W-model laat de Franstaligen immers toe om zich te organiseren op de manier die ze zelf kiezen.
Brussels minister Céline Fremault (cdH) vindt het V&W-voorstel om Brussel te vereenvoudigen zelfs verleidelijk. Ze voegt er in La Libre Belgique meteen aan toe: ‘créer des doubles casquettes entre le gouvernement flamand et le gouvernement bruxellois, c’est prendre un risque énorme car cela renforcerait l’emprise des néerlandophones sur Bruxelles’. Zo bewijst Fremault meteen dat het V&W-model inderdaad de Vlaamse aanwezigheid in Brussel versterkt. Dat is ook de bedoeling.
Kunnen Franstaligen iets inbrengen tegen het voorstel om minstens één minister tegelijk te laten zetelen in de Vlaamse en de Brusselse regering? Echt niet, want de wet laat het toe. Meer nog, Franstaligen hebben het al vaak zelf gedaan. Tussen 1995 en 1999 is de minister voor Cultuur van de Franse Gemeenschap zelfs Charles Picqué, op dat ogenblik ook Brussels minister-president. Wat men zelf doet, kan men de ander toch niet beletten te doen? Dit weekend, naar aanleiding van de Brusselse Iris-feesten, komt ook Olivier Maingain (DéFi) met voorstellen over Brussel. En wat blijkt? Maingain stelt voor dat alle ministers van de Franse Gemeenschapsregering ook lid zijn van de Waalse regering of van de Brusselse regering. Wat Maingain voorstelt aan Franstalige kant, kan hij toch moeilijk ontzeggen aan de Vlamingen?
De Regering-Bourgeois staakt als het over Brussel gaat
Vlaams minister-president Geert Bourgeois wil niet reageren, lezen we in De Tijd. ‘Vanop het Martelarenplein luidt het officieel wel dat Brussel niet wordt losgelaten. Er wordt op gewezen dat veel geld van Vlaanderen naar Brussel vloeit’.
‘Vlaanderen laat Brussel niet los’, het is een holle slogan. Niemand weet wat dit echt betekent en voor welk beleid dit staat. Het volstaat natuurlijk niet om veel geld naar Brussel te laten vloeien, er moet ook een echt Brussel-beleid zijn. Maar wat is het Brussel-beleid van de regering-Bourgeois?
In de feiten heeft de Vlaamse regering Brussel losgelaten. Vlaams minister Sven Gatz mag bijvoorbeeld de vergaderingen van de regering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bijwonen met raadgevende stem. Zo staat het in de bijzondere Brusselwet. De bedoeling is om een band te creëren tussen de Vlaamse Gemeenschap en deze Brusselse instelling. De GGC beslist immers over vele zaken die belangrijk zijn voor de Brusselse Vlamingen: gezinsbijslag, de OCMW-ziekenhuizen, jeugdbescherming… Alleen is Sven Gatz altijd afwezig. Hij verklaart in het Vlaams Parlement: ‘Sedert het begin van deze legislatuur, dus sedert 11 september 2014, hebben er 31 vergaderingen van het College van de GGC plaatsgevonden. Ik ben niet op deze vergaderingen aanwezig geweest’. Dit is het beleid van Gatz, want hij antwoordt op een schriftelijke vraag: ’Het uitgangspunt hierbij is dat ik niet intervenieer in ‘Brusselse’ dossiers’. Sven Gatz is dus een stakend minister. Hij oefent een bevoegdheid die hij heeft gewoon niet uit. Zelfs de Vlaamse regering van N-VA-minister-president Geert Bourgeois heeft Brussel losgelaten. Geen wonder dat het oorverdovend stil blijft op het Martelarenplein wanneer men vraagt naar het Brussel-beleid van deze Vlaamse regering.
Men kan blijven dromen over Brussel en dwepen met subnationaliteit, een Brussel-keuze, Brussels DC, … het zal bij dromen blijven. Terecht schrijft Bart Maddens op vrtNWS dat het ‘gemakkelijk is om radicale standpunten te formuleren als die toch maar dienen om voor onbepaalde tijd te worden gearchiveerd’. Niets daarvan met het V&W-model. Het is een werkbaar model dat toelaat om op korte termijn reuzenstappen te zetten in de staatshervorming. Het laat zelfs toe om de volledige sociale zekerheid te splitsen.
In de media krijgt het V&W-model alvast bijval. Het is een creatieve oplossing stelt Bart Brinckman in De Standaard. Op Doorbraak.be luidt het: ‘Klare wijn: een coherent plan rond Brussel waar zelfs de Franstaligen hun wildste dromen in vervuld zien’. ‘t Pallieterke schrijft dat we zowel in het Grendelboek als in het Brusselboek aantonen dat veel mogelijk is met een aantal eenvoudige staatkundige ingrepen. Er is inderdaad heel veel mogelijk met een aantal eenvoudige staatkundige ingrepen. Alleen verkopen praatjes beter, maar van al die praatjes is er nog geen enkel staatkundige realiteit geworden. De praatjes hebben wel gezorgd voor tien jaar communautaire stilstand.