Op donderdag 12 juli, daags na de Vlaamse feestdag, vragen we de hoogdringende behandeling voor ons wetsvoorstel om de taalwet gerechtszaken, die de “Vlaamse” partijen N-VA, CD&V en Open Vld zo hebben uitgekleed op 17 mei, terug in ere te herstellen. Allen stemmen tegen …
Tot voor kort kon men in de wandelgangen van de Kamer horen dat de meerderheid de taalwet zou repareren. Er zou dus een reparatiewet komen. Maar de enige correcte reparatie is een volledig herstel van de oorspronkelijke bepaling. Het wetsvoorstel van Vuye en Wouters voert de oude wet opnieuw in en daar vroegen wij donderdag 12 juli de urgentie voor. Met reden, want het ziet ernaar uit dat men dit dossier over de zomervakantie wil tillen in de hoop dat nadien niemand meer mort.
Peter De Roover (N-VA) is de eerste om ons verzoek de grond in te boren. We zouden een politiek spel spelen want we hebben niet gereageerd in de commissie Justitie. Dat argument is echt bij de haren getrokken. 1) V&W is geen lid van de commissie Justitie. 2) Je moet je eigen onkunde niet op anderen afschuiven. V&W is niet het juridisch adviesbureau van de N-VA-fractie.
Wat alvast opvalt is dat de N-VA-fractieleider niet eens meer spreekt over een reparatiewet. Wel integendeel, hij verdedigt de desastreuze aanpassing van de taalwet. Voor hem is het duidelijk geen ‘ramp’. Hoopt men om dit dossier te laten koelen zonder blazen? Blijkbaar wel …
Lees hieronder de integrale tussenkomst van Hendrik Vuye in de Kamer van 12 juli 2018.
Hendrik Vuye (Vuye&Wouters): Mijnheer de voorzitter, ik vraag de urgentie voor het wetsvoorstel nr. 3220, ingediend door mevrouw Wouters en mijzelf. Het gaat over de taalwetten in gerechtszaken.
De taalwet van 1935 was een monument. Het was waarschijnlijk een van de allerbeste van de taalwetten. Op 17 mei jongstleden werd deze hier aangepast. Als ik sommige leden van de meerderheid moet geloven, is dat blijkbaar bij vergissing gebeurd. Het gevolg is dat die taalwet niet langer van openbare orde is.
De rechter kan de schendingen van deze taalwet dus niet meer ambtshalve inroepen. Bovendien moet men een belangenschade bewijzen om een nietigverklaring te verkrijgen op basis van deze taalwet. Het betreft dus een monument, dat hervormd wordt tot een monumentale achteruitgang. Het is dus geen communautaire standstill, collega’s, maar een enorme achteruitgang. Het is spijtig dat zoiets gebeurt in tijden van communautaire standstill.
Ik heb minister-president Bourgeois gisteren, op 11 juli, horen zeggen dat Nederlands spreken een opdracht of plicht is voor eenieder die in Vlaanderen woont. Wel, ik stel nu zelfs vast dat dagvaarden in het Nederlands eigenlijk niet meer hoeft. Er zijn immers allerlei truken om dat voortaan op een andere manier te doen. Dagvaarden in een andere taal, in het Frans, is een ramp, voornamelijk voor Vlaams-Brabant, voor het gebied Halle-Vilvoorde, waar er sedert de zesde staatshervorming weliswaar gesplitste rechtbanken bestaan, maar waar er zowel Franstalige als Nederlandstalige rechtbanken bestaan. Nu heeft men dus aan de Franstaligen uit die zone de mogelijkheid gegeven om ook te dagvaarden in het Frans. Dat was een toegeving die de Franstaligen niet hebben bekomen onder de regering-Di Rupo. Alleen de vrijwillige verschijning in het Frans kon toen. Ik zie de heer Verherstraeten knikken. Nu kan ook een dagvaarding in het Frans. U hebt dus een toegeving gedaan die de Vlaamse partijen bij de zesde staatshervorming nog hadden geweigerd.
In de tussentijd heb ik gehoord dat men dat wil herstellen. Het is natuurlijk erg dat men zoveel financiering krijgt voor studiediensten en fractiemedewerkers en dat men dat niet ziet, weet of beseft en dat men dat goedkeurt. Ik zou dat graag herstellen. Ik heb trouwens al de verklaringen van mevrouw Van Vaerenbergh in de commissie gelezen die ook zegt dat wij het best zouden terugkeren naar de oude versie van de taalwet in gerechtszaken. Ik ga daar volledig mee akkoord en steun dat.
Collega’s van de N-VA en CD&V, ik richt mij vooral tot u: gisteren was het 11juli, gisteren mochten eventjes alle teugels los, gisteren hebt u eens de Vlaamse Leeuw mogen zingen. Vier Vlaanderen eens niet alleen op 11 juli, maar ook op 12 juli en herstel de fameuze kemel die u hebt geschoten op 17 mei. Herstel die!
Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, als ik deze alarmerende woorden van de heer Vuye hoor [Dat zijn ze zeker: de taalwet gerechtszaken is door hun toedoen niet langer van openbare orde!] betreur ik het bijzonder dat hij bij de behandeling in de commissie totaal afwezig is gebleven [V&W is geen lid van de commissie Justitie …], dat hij bij de behandeling in de plenaire vergadering zijn mond heeft gehouden en blijkbaar absoluut niet inzag welke verschrikkelijke ramp zich hier aan het ontplooien was. [Net wel: wij hebben tegengestemd!] Zijn laattijdige reactie maakt alvast weinig indruk op mijn fractie en ik catalogeer ze onder het spelen van politieke spelletjes. Daaraan wensen wij niet deel te nemen. [Zelfs met hun royaal gefinancierde studiediensten, fracties en kabinetten hebben ze dit niet gezien. Was dit te kwader trouw, of waren ze gewoon blind?]
De voorzitter: Dan stemmen wij nu over de urgentie.
De urgentie wordt afgewezen.