Hoe geloofwaardig is de collectieve verontwaardiging over de politieke benoemingen wanneer alle politieke partijen boter op het hoofd hebben? “Wij moeten af van de pest van de politieke benoemingen. Pas dan zullen we de juiste vrouw of de juiste man op de juiste plaats krijgen. Daar moeten we naartoe: een objectivering van de procedures!” zegt Hendrik Vuye in de Kamer.
Gisteren werd er in de Kamer veel gepalaverd over de politieke benoemingscarrousel in het algemeen en de benoeming van Steven Vanackere (CD&V) bij de Nationale Bank van België in het bijzonder. Kamerlid Hendrik Vuye kwam uitgebreid en nam zowel meerderheid als oppositie op de korrel. Lees hieronder zijn integrale tussenkomst.
Hendrik Vuye (Vuye&Wouters): Inzake politieke benoemingen zijn in deze Kamer al heel vaak alarmsignalen afgegaan. De eerste keer dat daarover gesproken werd, was in 1850. Maar het was vooral na Wereldoorlog II dat de politieke partijen begonnen zijn met het kolonialiseren en verkavelen van de hele maatschappij. Wij hadden daar zelfs een commissie voor, de commissie-Dekens. Die commissie deelde de lakens uit inzake politieke postjes.
Er hadden hier al alarmsignalen moeten afgaan in 1998, toen de heer Didier Batselé benoemd zou worden als raadsheer bij het Hof van Cassatie. Procureur Liekendael stond toen op het punt van het Hof te vorderen dat hij de eed niet mocht afleggen. Zelfs toen zijn de alarmbellen niet gehoord.
Toen de grote passionara van de quota, mevrouw Milquet (PS), iemand moest benoemen bij het Grondwettelijk Hof, heeft zij haar studievriend benoemd.
Iedereen heeft hier boter op het hoofd. Wij moeten daar komaf mee maken. Ik hoor mevrouw Onkelinx en mevrouw Winckel van de PS, ik hoor mevrouw Fonck van cdH [over de quota]. Sorry, maar laten wij eens kijken naar de samenstelling van het Grondwettelijk Hof. Aan Vlaamse kant zijn daar 6 rechters, 3 mannen en 3 vrouwen. Aan Franstalige kant zijn daar 6 mannen en 0 vrouwen. Toen de grote passionara van de quota, mevrouw Milquet, iemand moest benoemen bij het Grondwettelijk Hof, heeft zij haar studievriend benoemd. Toen heeft zij niet gedacht aan de quota. Op dat moment waren die blijkbaar niet meer van tel.
Wanneer wij kijken naar de Franstalige referendarissen, zien wij dat er op 8 referendarissen wel 6 vrouwen zijn. Met andere woorden, bij de Franstalige generaals van het Grondwettelijk Hof zijn 0 vrouwen, maar bij de Franstalige soldaten is bijna iedereen een vrouw. Dat is de realiteit.
Wij moeten af van de pest van de politieke benoemingen. Pas dan zullen we de juiste vrouw of de juiste man op de juiste plaats krijgen. Daar moeten we naartoe: een objectivering van de procedures!
Ik heb de eerste minister hier vandaag op een vraag van mijn collega Veerle Wouters horen antwoorden dat hij bereid was stappen te zetten, wat een positief punt is. Alleen hebben vóór eerste minister Michel echter al heel veel andere eerste ministers hier in het Halfrond hetzelfde verklaard. Hij is zeker en vast niet de eerste.
Ik bemerk ook dat bij partijen die in het benoemingsbeleid ‘verandering’ zouden brengen en die met het toverwoord ‘verandering‘ verkiezingen winnen, op het ogenblik waarop de kat bij de melk wordt gezet, de kat met kennis van zaken begint te drinken. Zij hebben zelfs de mandatenkampioen in hun rangen. Ik hoor men over structurele hervormingen bij de Nationale Bank van België spreken en hoor ook dat men daar fier op is. Collega’s van de N-VA, het benoemen van het hoofd van uw studiedienst en van uw eigen penningmeester bij de Nationale Bank, dat heeft zelfs de PS nooit gedaan.
Collega’s van de N-VA, het benoemen van het hoofd van uw studiedienst en van uw eigen penningmeester bij de Nationale Bank van België, dat heeft zelfs de PS nooit gedaan.
Inzake de Nationale Bank van België hebben mevrouw Wouters en ikzelf al meerdere voorstellen gedaan die volledig in de richting van de huidige voorstellen van de minister van Financiën gaan, zoals bijvoorbeeld het afschaffen van het College van Censoren, dat inderdaad een overbodig orgaan is. Ook de Regentenraad is grotendeels een relict uit het verleden, tenminste toch in zijn huidige samenstelling. Dat het Directiecomité een Mexicaans leger is, ziet men onmiddellijk. Men hoeft geen specialist in Defensie te zijn, om dat te bemerken.
Wij hebben in november 2017 via een amendement reeds een voorstel ingediend teneinde het Directiecomité te laten samenstellen uit personen van verschillend geslacht. Dat amendement is toen door de meerderheid weggestemd.
Wat de hervorming van de Nationale Bank betreft, raad ik iedereen de lectuur aan van het boek van Véronique Goossens. Het is een uitstekend boek met een prachtige verhaallijn, maar met een surrealistische inhoud. Waarom moeten wij ook de Nationale Bank hervormen? Ik citeer de laatste bladzijde van het boek van mevrouw Goossens: “Omdat de Belgische onmacht om de Belgische structuren te veranderen mede in stand gehouden wordt en geïnstitutionaliseerd wordt door de sclerose van de Nationale Bank.” Dat is misschien ook een reden om te werken aan die hervorming van de Nationale Bank.